Zelf laminaat leggen is een prima idee, want je bespaart er flink wat kosten mee. Geen handige harry? Met ons tienstappenplan loopt je kluswerk gesmeerd!

Bekijk zeker ook eens onze film over het zelf plaatsen van een click-vloer:

Schaf de juiste spullen aan

Goed begonnen is half gewonnen. Ga eerst langs in een van onze winkels of een doe-het-zelfzaak om het perfecte gereedschap in huis te halen. Deze tools heb je nodig:

• Decoupeer- of tafelzaag
• Laminaatsnijder (tip: te huur bij FloorHouse)
• Verstekzaag (voor plinten)
• Klokboor (voor radiatorbuizen)
• Spietjes voor uitzetvoegen
• Stootblok en slagijzer
• Rubberen hamer
• Potlood, meter en winkelhaak

En vanzelfsprekend: laminaatvloer, ondervloer, tape voor de ondervloer (of alu-tape) en een dampscherm voor een langere levensduur van je vloer.

Ga goed voorbereid aan de slag

1.Maak de ruimte grondig stofvrij en schoon.

2. Rol je dampscherm uit. Laat het aan de muurzijde vijf centimeter uitsteken naar boven, en leg de stroken op elkaar met een overlap van 20 centimeter. Bevestig de stroken aan elkaar met aluminium tape.

3.Leg de pakken laminaat in de ruimte die een nieuwe vloer krijgt. Stapel de pakken of leg ze naast elkaar met wat ruimte ertussen voor een goede luchtcirculatie. Denk eraan: het laminaat moet minstens 48 uur in een gesloten verpakking acclimatiseren bij een temperatuur tussen de 18°C en 20°C.

4.Kort de deurlijsten in. Neem een stuk ondervloer en een stuk laminaat. Leg ze op elkaar tegen de deurlijst, en kort in met je zaag.

Plaats je laminaat

1. Rol de ondervloer uit met de gladde kant naar boven. Omdat laminaat zwevend wordt geplaatst, kan hij altijd vrij bewegen. Plaats de banen van de ondervloer tegen elkaar (niet overlappend!). Fixeer ze met een speciale tape voor ondervloeren.
Wist je dat er verschillende soorten ondervloeren bestaan? Denk aan vloeren met thermische of geluidsisolatie, ondervloeren voor vochtige ruimtes of met een egaliserend effect.

Ontdek hier welke ondervloer bij jouw ruimte past.

2. Snij enkele pakken laminaat open en meng ze door elkaar. Leg de eerste rij recht en respecteer een uitzetvoeg van minstens 8 millimeter. Steek daartoe uitzetspietjes tussen het laminaat en de muur.

3. Besteed extra aandacht aan de plaatsing van de eerste twee rijen die je tegelijk moet leggen. Begin met een volle plank en leg meteen ook een halve plank op de tweede rij. Laat bij de volgende rijen de kopse voegen van de planken altijd voldoende verspringen: minimaal de breedte van de plank. Zo krijg je een mooie schakering.

4. Vanaf de derde rij plaats je de planken rij per rij. Je werkt telkens voort met het overschotje van de vorige rij, tenzij dat kleiner is dan 20 centimeter (snijverlies). Snij het laminaat langs de kopse zijde met een laminaatsnijder. De andere zijde snij je van voor naar achter met een tafel- of decoupeerzaag.

5. Plaats plinten aan de muren en verbindingsprofielen over de uitzetvoegen. Aan trappen of dorpels werk je de overgang eventueel af met niveau- of stopprofielen.

6. Nog even grondig stofzuigen, met een uitgewrongen doek reinigen en je werk zit erop!

Heb je nog vragen? In onze winkels krijg je advies van de bovenste plank!